Rond het sociaal werk is veel discussie over de vraag in hoeverre sociale professionals moeten βpolitiserenβ en π©π°π¦ dat eruit moet zien. Zoals treffend beschreven door Anouk de Koning, beweegt Nederland toe naar een βintieme verzorgingsstaatβ, waar beleid steeds dichter op, met, en door burgers en uitvoerders tot stand komt. Deze beweging creΓ«ert een context waarbinnen het sociaal werk en aanverwante beroepsgroepen een grote(re) rol kunnen en moeten vervullen in beleidsvorming.
Dit position paper geeft een concrete aanzet voor 3 rollen die π¬π¨ππ’ππ₯π π©π«π¨πππ¬π¬π’π¨π§ππ₯π¬ ππ₯π¬ π©π¨π₯π’ππ² π©π«ππππ’ππ’π¨π§ππ«π¬ kunnen spelen en wat daarvoor nodig is:
1. De πππ₯ππ’ππ¬π°ππ«π€ππ« die op het niveau van het alledaagse eigen werk op basis van normen en waarden invulling geeft aan beleid
2. De πππ₯ππ’ππ¬π©ππ«ππ§ππ« die op organisatie- en overheidsniveau samenwerkt met beleidsmakers om beleid βvan binnenuitβ te beΓ―nvloeden
3. De πππ₯ππ’ππ¬ππππ’π―π’π¬π die van βbuitenafβ druk organiseert om verandering te stimuleren
Het sociaal werk heeft waardevolle vaardigheden, kennis en ervaring in te brengen. Om dit over te brengen is echter een rolverbreding en professionaliseringsslag nodig van de sociaal werker, het sociaal werk onderwijs, en de beroepsgroep. De hiervoor beschreven rollen (en de hiervoor benodigde vaardigheden en randvoorwaarden) bieden belangrijke aangrijpingspunten om de kloof tussen beleid en de behoeften van mensen te verkleinen en om sociale grondrechten te bewaken. De komende jaren zou onderzocht moeten worden hoe deze rollen in de praktijk verder vorm kunnen krijgen (en ook wat dat vraagt van beleidsmakers).
Meer weten? Lees het volledige position paper:
