In aanloop naar de verkiezingen heeft CARE lab Rotterdam een kort advies geschreven met daarin belangrijke aandachtspunten voor de beleidsagenda van de gemeente Rotterdam in 2022. Hieronder leest u het advies.
Input beleidsagenda gemeente Rotterdam
September 2021
Het CARE-Lab wil de gemeenten in de regio Rotterdam ondersteunen in hun zoektocht naar een geschikte aanpak voor (volwassen) Rotterdammers in kwetsbare situaties, door onderzoekers (zowel vanuit de gemeenten als vanuit de Erasmus Universiteit, HR en InHolland) te verbinden aan beleidsmakers, hulpverlenende instanties, professionals en cliënten. Onder Rotterdammers in kwetsbare situaties wordt daarbij verstaan inwoners van de regio Rotterdam die op meerdere domeinen problemen ervaren zoals gezondheid, arbeid, sociale zekerheid, leefomgeving en sociale relaties. Op basis van bevindingen uit onderzoek en reflecties binnen het Care-Lab willen we op verzoek een aantal suggesties ter hand stellen met betrekking tot de thema’s betrouwbare overheid en kansen vergroten die op de beleidsagenda staan van de gemeente Rotterdam.
Een betrouwbare overheid levert pro-actief maatwerk
Als Care-lab ondersteunen we de stap richting maatwerk. Nog te vaak wordt gedacht vanuit beheersbaarheid van het systeem, gericht op rechtmatigheid, verantwoording en het opknippen van de problematiek zodat dit past binnen bestaande kokers. Idealiter zou meer aansluiting gezocht moeten worden bij wat de burger echt nodig heeft en wat professionals en burgers samen nodig hebben om tot constructieve samenwerking te komen. Het streven naar maatwerk is hierin een positieve ontwikkeling.
We constateren echter dat maatwerk voor mensen met multi-problematiek vooralsnog te re-actief wordt ingezet in Rotterdam. Pas wanneer kwetsbare mensen in een crisis-situatie belanden, wordt veelal gekeken naar mogelijkheden om toe te bewegen naar de cliënt, door ruimte te zoeken binnen bestaande regels en zonodig uitzonderingen te maken. In dat geval is maatwerk een reparatiemechanisme in vastgelopen casuïstiek. Maatwerk kan ook een algemeen dienstverleningsconcept te zijn, waarbij beleidsuitvoerders (hulpverleners, loket-medewerkers etc.) de discretionaire ruimte hebben om regels en procedures aan te laten sluiten bij de behoeften van hun cliënten. En waarbij veel meer preventief wordt gewerkt om te voorkomen dat mensen in een crisissituatie belanden, zoals oorspronkelijk ook het uitgangspunt was van de decentralisatie. Deze oproep geldt natuurlijk niet alleen voor de gemeente Rotterdam, maar voor alle instellingen en instanties die op het sociale domein actief zijn.
Maatwerk en integrale ondersteuning pas mogelijk in relatie van vertrouwen
Maatwerk en integraliteit van ondersteuning krijgt vorm in de samenwerking tussen beleidsuitvoerders met cliënten. Cliënten met multi-problematiek zitten echter niet per se te wachten op een integrale benadering. Zij staan vaak wantrouwend tegenover beleidsuitvoerders (vanwege negatieve ervaringen) en willen hen daarom niet altijd toegang geven tot al hun levensdomeinen. Het vergt een investering in de relatie en vertrouwen tussen beleidsuitvoerder en burger, voordat de ruimte voor maatwerk en integraal werken ontstaat. Dat vraagt om de bereidheid te investeren in langdurige ondersteunings-verbanden. Ook in het besef dat niet alle Rotterdammers zelfredzaam genoeg zijn om volledig zelfstandig te functioneren in onze complexe samenleving.
Een betrouwbare overheid is beschermend, begripvol en bemiddelend
Voor veel Rotterdammers in kwetsbare situaties is de samenleving complex en stelt steeds hogere eisen. Zij missen veelal de middelen, de cognitieve en sociale vaardigheden en de steunende omgeving om zich staande te houden. Idealiter zou een overheid een rol spelen bij reductie van deze complexiteit. In de praktijk voegen overheidsinstanties (en ook anderen) echter veelal complexiteit toe, door de veelheid van regels, procedures en instanties, zeker ook op het sociale domein. Daarbij staat de rechtmatigheidseis en de noodzaak tot verantwoording vaak maatwerk voor de cliënt in de weg. Er lijkt soms sprake te zijn van “georganiseerd wantrouwen”. Wanneer een cliënt niet voldoet aan regels en procedures wordt snel verondersteld dat deze onwillig en te kwader trouw is, terwijl in veel situaties er sprake blijkt te zijn van onkundigheid. Veel Rotterdammers in kwetsbare situaties zijn niet in staat om zelfstandig te voldoen aan bestaande procedures en regels. Dat vraagt om een begripvolle en beschermende overheid, die streeft naar eenvoudige procedures en om beleidsuitvoerders en hulpverleners die de discretionaire ruimte hebben om als bemiddelaars tussen leef- en systeemwereld te kunnen optreden.
Kansen vergroten begint met bestaanszekerheid creëren
In toenemende mate komt de bestaanszekerheid van veel Rotterdammers in het geding. Naast brede maatschappelijke uitdagingen (bv. woningtekorten) spelen hierbij ook beleidskeuzes van de gemeente Rotterdam een rol, bijvoorbeeld door strenge interpretatie van regels voor toegang tot schuldhulp-verlening, door bewuste reductie van het aantal betaalbare huurwoningen en door maatregelen zoals ‘Burgemeester sluitingen’ van woningen. Hulpverleners krijgen daarmee steeds vaker te maken met Rotterdammers die te weinig inkomen hebben om rond te kunnen komen (met name vanwege schulden) en geen (permanente of passende) huisvesting hebben. Wijkteams die oorspronkelijk zijn opgezet om de zelfredzaamheid te versterken van Rotterdammers met multi-problematiek, besteden inmiddels het grootste deel van hun tijd aan het herstellen van bestaanszekerheid en komen aan andere probleemgebieden of achterliggende oorzaken nauwelijks toe. Kansen vergroten begint daarom met de bestaanszekerheid van Rotterdammers te versterken.
Maatwerk vraagt om het aansluiten van procedures op ondersteuningspraktijken
De problemen waar Rotterdammers met multi-problematiek mee kampen, werken vaak op complexe manieren op elkaar in. Het is daarom voor hulpverleners niet eenvoudig om goed te doorgronden wat er speelt en om de juiste interventies te vinden. Het hulpverleningsproces heeft daarom een iteratief, cyclisch karakter, waarbij leren en reflectie samen met de cliënt en andere hulpverleners centraal staat. Bestaande procedures sluiten echter onvoldoende aan bij de ondersteuningspraktijk. Deze gaan namelijk te vaak uit van voorgeschreven stappen, in een vaste volgorde, met een strikte tijdsplanning, wat het ondersteuningspraktijk frustreert. Wijkteams moeten bijvoorbeeld binnen 6 weken tot een plan komen waarbij alle probleemgebieden en hun onderlinge samenhang in kaart zijn gebracht van cliënten met multi-problematiek. Om beleid, procedures en praktijk beter op elkaar te laten aansluiten, dienen lerende en experimenterende procedures ontwikkeld te worden in samenwerking tussen beleidsmakers, stafdiensten, managers, beleidsuitvoerders en cliënten. Onderzoekers vanuit de hogescholen en de universiteit kunnen hierbij een ondersteunende rol vervullen, bijvoorbeeld door verhalen van Rotterdammers (in een verhalenbank) op te tekenen, te analyseren om zo de botsing tussen leef- en systeemwereld inzichtelijk te maken.
Al met al pleit het CARE-Lab Rotterdam er voor dat nieuw beleid zich richt op reductie van bestaansonzekerheid en complexiteit voor kwetsbare burgers en op versterking van hun maatschappelijke positie. Om hen zo volwaardig mee te laten doen in onze samenleving, in plaats van hen steeds meer buiten te sluiten. Kortom, beleid gericht op emancipatie van het kwetsbare individu.